Leen Claes vertelt in haar verhaal hoe zij zich voor een eerste 100 km heeft voorbereid. Haar eerste 100 km was onze voorbije Gildentocht van 2016

 

In februari 2015 suggereerde een goede vriend of wandelen niks voor mij zou zijn. Hij vertelde over de wandelingen die hij deed via marching.be en ik werd toch wat nieuwsgierig.

23 februari 2015 was het dan zo ver – een dagje verlof en ik ging wandelen.  Ik trok naar de limburgse fruitstreek, gewapend met stevige wandelschoenen, nordic walking sticks en veel goede moed.

Ik ging voor de 18 kilometer. Het was afzien van vertrek tot aankomst – regen, koude wind, en iedereen stak mij voorbij. Tegen een tempo van 4,3 per uur was dat ook niet zo verwonderlijk…

Maar toch wist ik – dit is wèl iets voor mij. Ik plande mijn zondagvoormiddagen via marching.be. Tom (de vriend die mij de wandeltip had gegeven) vertrok meestal rustig een uurtje later en dan haalde hij mij in, hij trainde namelijk voor de dodentocht.

Gekkenwerk leek me dat – wandelen ok, maar 100km in één keer??? Goed zot!

Augustus 2015 wandelde Tom zijn eerste dodentocht – en met succes, amai, echt knap! En ik was intussen ook al stevig vooruit gegaan – zowel in aantal kilometers als in snelheid.

Stilletjes aan begon ik te denken – en wat als ik mij nu ook eens een uitdaging stel?

Na wat zoeken op internet vond ik informatie terug over ‘de gildentocht’ – lekker dicht bij huis, dus ik dacht ergens november 2015 – waarom niet he…

Het eerste wat Tom zei over mijn uitdaging: tja, laat die stokken dan al maar thuis, want dat gaat niet. En de eerste 50 kilometer aan 6 per uur – juffrouw, ge gaat nog werk hebben…

Maar koppig en enthousiast als ik ben dacht ik – ik ga er gewoon voor.

De stokken bleven thuis en in het voetspoor van Tom trok ik mijn tempo op – lees: ik moest soms stukjes lopen om hem kunnen bij te houden en mijn tong hing vaak op mijn tenen – maar stap voor stap ging het beter en beter.

Dan moest ik mij natuurlijk nog inschrijven – de mail stond klaar en terwijl met oudjaar iedereen om 00u begon te kussen – verstuurde ik mijn mail om mij in te schrijven voor de Gildentocht.

Ik kreeg 4 januari van Kris de bevestiging dat ik de 7e plaats op de wachtlijst voor groep 4 had bemachtigd en dat ik daardoor toch een kans maakte om er bij te zijn.

Wachten op definitieve bevestiging was geen optie – gewoon doortrainen dan maar.

Ik moest en zou die 6 per uur halen, en wat was dat bij momenten een uitdaging. In januari 20, 24, 27 en 32 kilometertjes gewandeld – en het tempo ging de goede richting uit, maar bleef een uitdaging.

Zondag blijft mijn wandeldagje, maandag en donderdag trainen met Dave en tussendoor lopen – maar wandelen dus wel maar 1 keer per week.

Februari dan – de eerste keer 2 dagen na mekaar 21km – een keertje 43 en 30km – de benen begonnen de afstanden goed gewoon te raken.

In maart opnieuw 43km, dan het 3-provinciënpad (68 – en waauw die gingen goed!), een keertje 30 en een zeer memorabele 50km in Scherpenheuvel. Het was modderig, koud, heuvelachtig en ik haalde mijn tempo niet. Afzien, afzien, afzien – van op afstand sms-te Tom mij tot de eindstreep.

De twijfel sloeg toch een beetje toe – ging ik dit wel kunnen? 100km, was ik nu helemaal gek geworden? Wie verzint er nu ook zo een gek idee?

Dan stuurde Kris mij op 4 april de bevestiging – ik kon deelnemen in de groep van 6km per u.

En hop – gaan dan maar he!

Kris had mij nog bevestigd dat het parcours zwaar was, en dus trainde ik vrolijk maar gedreven verder. 37km in Kanne, 43 in Deurne Diest, de laatste stevige training in Kuringen 43km en één weekje op voorhand nog 20km in Mol Sluis.

En dan rusten – goed eten en slapen. Het bleef maar kei-hard regenen dus modder zou er zeker zijn…

De dag zelf heel kalm, middagdutje, flink eten en drinken en dan richting de Gildenzaal in Schaffen.

Pffff, ik was best nerveus…

Iedereen kende daar precies iedereen (want dat gaat zo bij lange-afstandswandelen), maar Kris heeft mij meteen goed opgevangen. Vrij snel hoorde een aantal mensen dat dit mijn eerste 100km zouden worden. 

Zij waren heel vriendelijk maar op z’n minst sceptisch te noemen.

Op de vraag waarom ik deze Gildentocht in godsnaam als eerste 100km had gekozen leek ‘schaffen is dicht bij huis’ een redelijk belachelijk antwoord – maar het was wel zo.

Ik werd nog wat nerveuzer – waar ben ik in hemelsnaam aan begonnen…

Iedereen zeulde met grote tassen, smeerde zijn/haar voeten nog in met één of ander vies goedje en leek hyper voorbereid en ervaren… Daar zat ik dan, onervaren en wel…

Maar allez hup – gewapend met de tips van Kris om bij de baankapitein vooraan in de groep te blijven en goed te eten en drinken bij elke rustpost vertrok ik.

Het tempo was goed te doen en lukte mij aardig. De nacht (en dan vooral de bewegende lampjes) had ik het een beetje lastig mee, de modder was moordend, af en toe was het meer schaatsen dan wandelen…

Maar al bij al – ging het goed. Het Hageland bleek waarachtig stevige heuvels te hebben (die bij momenten aanvoelden als ware bergen)  – maar ik verteerde ze prima.

Stap na stap kwam ik dichter bij mijn doel – en alle twijfels hadden plaats geruimd voor een ‘grinta’ en de overtuiging ‘ik kan dit – en alles komt goed’.

Het werd licht en dat deed ongelofelijk veel deugd en gaf een nieuwe boost.

Bij het ontbijt wachtten goede vrienden Els en Marc – superfijn om hun daar te zien, en ik voelde mij nog steeds goed.

Hop door dan maar – vriendin Ellen wandelde vervolgens een tijdje mee, fijn om gezelschap te hebben en het tempo ging nog steeds erg goed.

Aan Bekkevoort Kerkhof – wissel van de wacht, Ellen richting huiswaarts en Tom zou de fakkel daar overnemen tot aan de eindstreep.

Helaas… wegens omleidingen was hij later dan voorzien, ik wandelde gewoon door – want ja, ook na 78km voelde ik mij eigenlijk nog steeds goed. Hij zette de ouderwetse inhaalrace weer in.

We sms-ten heen en weer waar hij al zat en waar ik was, voortploeterend door de modder.

En toen haalde hij mij in, en zetten we samen de laatste pakweg 18km in.

Het ging nog relatief vlot en ik ging het gewoon halen.

Vlak voor de laatste rustpost kwam de man met een klein hamertje en zakte het tempo al wat – bij de laatste rust raadde Tom mij aan om zeker niet gaan te zitten, limonade opdrinken en doorstappen.

Braaf als ik ben luisterde ik (eigenlijk gewoon omdat hij toch al een keertje 100km had gestapt en waarschijnlijk echt wel wist waarover hij sprak, en ik ook wel voelde dat mijn spieren begonnen krampen van zodra ik echt stil ging staan).

Doorstappen dus… bergop…. En nog bergop… en nog bergop… En ondanks dat Tom al minstens 5 keer gezegd had dat ik bijna boven was bleef het maar duren…

Pittig pittig… en mijn benen begonnen het serieus te voelen…

En toen eindelijk boven – op het vliegveld in Schaffen, en ik zag de kerktoren en wist dat ik er bijna was.

Er rolden toch enkele traantjes over mijn wangen, want ja, die 100km ging ik halen – wat een golf van emotie en trots op mijzelf.

Wie had dat gedacht?

Bij de aankomst stonden Els, Marc en Danny te wuiven – en wat was ik blij dat Tom die laatste kilometers langs mij stapte – want ook al is 7 kilometer niet meer ver, de man met de hamer klopte toen wèl door.

Zo fijn toen die bel luidde wanneer ik binnen wandelde – en schoenen uitdoen deed zelden zo’n deugd J 

Ondanks de zeer zeer pijnlijke teennagels wist ik wel meteen: ik sta hier volgend jaar terug – en daar kijk ik al naar uit!

 

                                                                                           Leen Claes

                                                                                          Eerste 100 km (de Gildentocht) in 2016